Bekendmaking
Beleidsplan handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Zoeterwoude 2022-2025
De Participatiewet schrijft in artikel 8b voor dat in het kader van het financiële beheer bij verordening regels opgesteld moeten worden voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De artikelen 35, lid 1 onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) schrijven hetzelfde voor. Hiermee krijgt de gemeente de verplichting om eigen regels te bepalen over het voorkomen van fraude en de bestrijding van fraude. Het college stelt deze regels rondom handhaving vast door middel van deze notitie.
1. Visie en doelstelling beleidsplan
Het uiteindelijke doel van hoogwaardige handhaving is om via de integrale aanpak van hoogwaardig handhaven er naar te streven dat slechts diegenen, voor wie de gemeentelijke uitkeringen zijn bedoeld, daarvan gebruik maken. Op deze manier wordt het schadebedrag als gevolg van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze regelingen beperkt.
De doestelling is om het rechtmatig verstrekken van bijstandsuitkeringen te bevorderen en fraude met bijstandsuitkeringen te voorkomen en te bestrijden door toepassing van de systematiek van het hoogwaardig handhaven.
2. Hoogwaardig Handhavingsbeleid
Het hoogwaardige handhavingsbeleid is erop gericht de bereidheid tot naleving van de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz door de cliënten te verhogen door maatregelen te treffen op het gebied van voorlichting, controle, dienstverlening en afdoening. Hoogwaardige handhaving stoelt op de gedachte dat het gelijktijdig doorvoeren van zowel preventieve als repressieve aanpassingen in de uitvoering leidt tot verbeterde handhaving. Het leidt tot een toename van het aantal cliënten dat bereid is de regelgeving na te leven. Het hoogwaardig handhaven is gebaseerd op vier pijlers:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
De eerste twee pijlers behoren tot het onderdeel preventie (voorkomen van fraude), de laatste twee pijlers tot het onderdeel repressie (bestrijding van fraude).
Het voordeel van de gemeente Zoeterwoude is dat door de relatief beperkte omvang van het cliëntenbestand de klantmanager een beter beeld heeft van de cliënt en diens omstandigheden. Hierdoor is het voor de gemeente beter in te schatten of mogelijk sprake is van fraudeleus gedrag. Ook is de sociale controle binnen een kleinere gemeenschap beter gewaarborgd dan in grotere steden waardoor de kans op fraude minder groot is. Niettemin dient de gemeente fraudealert te blijven zodat misbruik van gemeentelijke uitkeringen wordt voorkomen en het draagvlak voor de sociale zekerheid overeind blijft. De systematiek van het hoogwaardig handhaven draagt hiertoe bij.
Handhaving begint met het informeren van de cliënt. Als (toekomstige) ontvanger van bijstand moet de cliënt weten welke verplichtingen gelden, hoe de cliënt daar op de juiste wijze aan kan voldoen en hoe de cliënt de gemeente informeert zodra er sprak is van een wijziging. Het accent lag vroeger vooral op het controleren van de regels maar sinds 2019 wordt het belang van vroegtijdig informeren op het gebied van handhaven uitdrukkelijk onderkend. Voorkomen moet worden dat uit eigen aannames of door onwetendheid fraude ontstaat. Bovendien voorkomt het dat cliënten gaan frauderen als men weet dat de gemeente een actief handhavingsbeleid voert en metterdaad sanctioneert als men zich niet houdt aan de verplichtingen, die verbonden zijn aan de uitkering.
-
•
Tijdens het intakegesprek wordt de (toekomstige) cliënt geïnformeerd over zijn rechten en plichten. Dit aan de hand van een checklist. Cliënt wordt hierbij gewezen op de actieve controleplicht van de gemeente en welke instrumenten de gemeente daarvoor gebruikt. Ook wordt de cliënt gewezen op de consequenties van fraudegedrag en dat de gemeente een lik-op stuk beleid voert voor cliënten die willens en wetens zich niet houden aan de inlichtingenplicht met als doel geldelijk gewin.
-
•
De beschikking tot toekenning informeert de cliënt naast de rechten ook in begrijpelijke taal (B1) de verplichtingen die verbonden zijn aan de uitkering. In de toekenningsbeschikking wordt nadrukkelijk aangegeven dat het niet naleven van de verplichtingen kan leiden tot een boete of verlaging van de uitkering.
- •
2.2. Optimalisering van dienstverlening
Naleving van regels moet voor de cliënt zo makkelijk mogelijk worden gemaakt.
-
•
Cliënt wordt niet lastig gevallen met informatievragen of controle van gegevens waarover de gemeente al beschikt. Op basis van de Wet eenmalige gegevens uitvraag per 1 januari 2008 mogen gemeenten de basisgegevens van cliënten, maar één keer uitvragen. Een inwoner van de gemeente Zoeterwoude hoeft zijn gegevens dus in beginsel maar eenmaal aan de gemeente te verstrekken.
-
•
Het huidige Inlichtingenformulier dat maandelijks ingeleverd werkt bevorderend voor de naleving. Op dit formulier vermelden cliënten wijzigingen in hun persoonlijke leef- en woonsituatie en wijzigingen in hun inkomens- en vermogenspositie. Het voordeel hiervan is dat cliënten actief door de gemeente worden herinnerd aan hun inlichtingenplicht om wijzigingen tijdig door te geven zodat hoge terugvorderingen van bijstand achteraf voorkomen wordt. De omvang van het cliëntenbestand maakt dit op dit moment nog mogelijk. De formulieren kunnen ook fraudesignalen opleveren die nader onderzoek nodig maken.
Het uitgangspunt is dat de gegevens worden verzameld zonder de cliënten hiervoor te belasten.
De gegevens van de cliënten worden op bepaalde momenten gecontroleerd:
-
•
Voor een aanvraag overlegt de cliënt de nodige bewijsstukken over vermogen, inkomen, woon en leefsituatie en andere gegevens die de gemeente nodig acht. Het uitgangspunt is dat de gegevens worden verzameld zonder de cliënten hiervoor te belasten. SUWI-inkijk speelt een belangrijke rol bij het verzamelen van de noodzakelijke informatie. Deze wordt altijd vooraf geraadpleegd indien sprake is een van een uitkeringsaanvraag. Als uit dit vooronderzoek blijkt dat sprake is van een verhoogd risico op fraude vindt de intake plaats in aanwezigheid van een fraudemedewerker.
-
•
De gemeente maakt gebruik van de mogelijkheid om een huisbezoek af te leggen om de noodzaak van bijstandverlening te kunnen vaststellen. Het huisbezoek wordt afgelegd door de klantmanager Werk en Inkomen. Het is hierbij belangrijk de wettelijke kaders voor een huisbezoek in acht te nemen. Dit onder toepassing van de Wet huisbezoeken. De Wet huisbezoeken voorziet erin dat huisbezoeken tevens mogelijk zijn als geen vermoeden van fraude is. Dit zolang het huisbezoek voldoet aan de voorwaarden van noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit. De gemeente hanteert als richtlijn voor de uitvoering de Handreiking Huisbezoeken van het VNG. Centraal hierbij staat dat de cliënt altijd eerst toestemming moet geven om de woning te mogen betreden.
Controle tijdens de uitkeringssituatie
- •
-
•
Er wordt gebruik gemaakt van de dienstverlening en expertise van een fraudemedewerker. Deze fraudemedewerker wordt gezien de schaal van de gemeente ingehuurd. De fraudemedewerker wordt ingezet op intensieve onderzoeken, dossiers waarbij vermoedens van fraude bestaan, de inzet op themacontroles en huisbezoeken.
-
•
De gemeente maakt gebruik van themacontroles. Themacontroles zijn gerichte controles – meestal in projectvorm – waarbij een bepaald aspect van de rechtmatigheid wordt onderzocht. In een afgebakende periode onderzoekt de gemeente een deel van het cliëntenbestand intensief op een bepaald frauderisico.
- •
- •
-
•
De gemeente is op 26 februari 20219 toegetreden tot het convenant van de landelijke stuurgroep interventieteams (LSI). De LSI bestaat werkt op basis van een samenwerkingsconvenant. Wij kunnen hiermee met convenantpartners, zoals het UWV, Belastingdienst, SVB, Politie, Openbaar Ministerie en de Inspectie SZW, op projectmatige basis werken in interventieteams om belasting- en premiefraude, illegale bewoning, uitkeringsfraude, overtredingen van arbeidswetgeving en daarmee samenhangende misstanden te voorkomen en terug te dringen. Afspraken over de samenwerking in interventieteams zijn in het LSI-convenant vastgelegd.
2.4. Daadwerkelijk sanctioneren
De gedragingen waarbij en de wijze waarop een sanctie kan worden opgelegd is geregeld in artikelen 18 en 18a van de Participatiewet, 20a van de IOAW en artikel 20a van de IOAZ, alsmede in de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ. De wetenschap bij cliënten dat de gemeente ook daadwerkelijk en snel sanctioneert, heeft een sterke preventieve werking.
- •
- •
-
•
Er wordt onverwijld, rekening houdend met het zorgvuldigheidsbeginsel en de beslagvrije voet, overgegaan op terug- en invordering van ten onrechte ontvangen uitkering overeenkomstig het Terug- en invorderingsbeleid van de gemeente Zoeterwoude. Indien mogelijk wordt het teveel ontvangen bedrag aan bijstand verrekend met de bijstandsuitkering conform artikel 60, derde lid van de Participatiewet en artikel 28, tweede lid van zowel de IOAW als de IOAZ.
- •
3. Behouden fraudealertheid binnen de organisatie
Naast de inzet van instrumenten en de mogelijkheid om een beroep te kunnen doen op een fraudemedewerker is het ook van belang dat de medewerkers zelf voldoende fraudealert zijn en blijven. Tijdens de behandeling van de aanvraag en gedurende de uitkeringsperiode kunnen er signalen naar voren komen die er op duiden dat de cliënt wellicht geen recht heeft op een uitkering. Daarom is het belangrijk dat de gemeente door middel van training en instructie blijft investeren in de handhavingsvaardigheden en de fraudealertheid van de medewerkers. De klantmanagers zullen periodiek bijeenkomsten bijwonen van VNG Naleving. Het doel van deze bijeenkomsten is om met het VNG en andere gemeentelijke klantmanagers en handhavingsspecialisten ervaringen uit te wisselen en kennis met elkaar te delen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude van
de secretaris,
W.A.M. Zoetemelk-van der Hulst
de burgemeester,
F.Q.A van Trigt