Bekendmaking
Beleidsregels Eenmalige energietoeslag Zoeterwoude 2022
In deze beleidsregels wordt verstaand onder:
- a.
- b.
-
c.
inkomen: het totale netto inkomen van de alleenstaande, de alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen of het gezin als bedoeld in de artikelen 31, 32 en 33 van de wet; voor zelfstandig ondernemers geldt voor het inkomen uit onderneming het inkomen als bedoeld in artikel 6 van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;
- d.
- e.
Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2022
- 1.
- 2.
- 3.
-
4.
Een huishouden met een inkomen hoger dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm, dat vanwege problematische schulden en deelname aan een schuldhulptraject (WSNP of MSNP) weinig te besteden heeft (d.w.z. een vrij te laten bedrag heeft tussen 95% en 110% van de toepasselijke bijstandsnorm) komt in aanmerking voor de eenmalige energietoeslag;
- 5.
-
6.
Een uitzondering op artikel 2 lid 3 betreft de zelfstandig ondernemers. Het inkomen kan pas na afloop van het boekjaar definitief worden vastgesteld. De eenmalige energietoeslag wordt daarom uitbetaald in de vorm van een renteloze lening. Blijkt het netto inkomen bij de definitieve vaststelling lager te zijn dan of gelijk te zijn aan 120% van de toepasselijke bijstand, dan wordt de geldlening omgezet in een bedrag om niet. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt het netto inkomen over het boekjaar 2021 betrokken.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus vastgesteld op 12 april 2022
Het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris,
W.A.M. Zoetemelk-Van der Hulst
De burgemeester,
F.Q.A van Trigt
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2022 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. In bijzondere omstandigheden mag hier van afgeweken worden op grond van artikel 5.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Per huishouden kan maximaal één energietoeslag verstrekt worden. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ is aansluiting gezocht bij de bepalingen van de Participatiewet.
Voor deze beleidsregels geldt een schuldhulppardon. Dat wil zeggen dat inwoners met een inkomen boven 120% van de geldende bijstandsnorm wel in aanmerking komen voor de energietoeslag wanneer zij problematische schulden hebben en deelnemen aan een schuldhulptraject (WSNP of MSNP) waardoor zij tussen de 95% en 110% van de toepasselijke bijstandsnorm aan besteedbaar inkomen hebben. Het gaat om inwoners waarbij een schuldhulpverleningstraject is gestart en waarbij er al een definitieve aflossingsregeling is, of zij in de wettelijke schuldsanering zitten.
Voor zelfstandig ondernemers geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de energietoeslag geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud kan de energietoeslag worden toegekend in de vorm van een renteloze lening. Na afloop van het boekjaar kan worden getoetst of er daadwerkelijk recht bestond en of de lening omgezet kan worden in een bedrag om niet.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW, IOAZ of BBZ. Daar voegt de gemeente de groepen inwoners aan toe die een aanvullende collectieve zorgverzekering ontvangen. Voor inwoners die AIO ontvangen, zal de gemeente de gegevens ontvangen van SVB via de Inlichtingendienst. Zodra de gemeente dit heeft ontvangen, zal tevens aan hen de energietoeslag ambtshalve verstrekt worden.
Voor zelfstandig ondernemers die een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz 2004 ontvangen, geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de energietoeslag geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud kan de energietoeslag worden toegekend in de vorm van een renteloze lening. Na afloop van het boekjaar kan worden getoetst of er daadwerkelijk recht bestond. Een ambtshalve toekenning is daarom op voorhand niet mogelijk.