Bekendmaking
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Zoeterwoude 2025
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
- 1.
- 2.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de hierbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
- 3.
Artikel 8 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn, twee maanden later.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt dat, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,- doch minder dan € 10.000,- en zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen voor het in tarief 1.1.1. van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde belastbare feit moeten worden betaald in maximaal acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in lid 2 geldt dat, zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen voor het in tarief 1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde belastbare feit moeten worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
- 4.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 9 gebruik maakt.
De rechten bedoeld in Hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.
Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
- 1.
- 2.
- 3.
Indien de verschuldigdheid van het recht in de loop van een belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van het tarief als genoemd in 2.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
- 5.
Artikel 15 Termijnen van betaling
- 1.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt dat, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,- doch minder dan € 10.000,- en zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen voor het in tarief 2.1.1. van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde belastbare feit moet worden betaald in maximaal acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in lid 2 geldt dat, zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen voor het in tarief 2.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde belastbare feit moeten worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
- 4.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
De "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012" van 16 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, 2e lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 december 2024,
de griffier,
G.J. Buijs
de voorzitter,
F.Q.A. van Trigt
Tarieventabel afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2025
behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Zoeterwoude 2025’
Griffie raadsbesluitnummer: 24/59
*) Indien van toepassing wordt over het in de tabel genoemde tarief BTW geheven.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 december 2024,