Bekendmaking
Verordening sociale woningbouw en middensegment Zoeterwoude 2024
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
Middeldure huurwoning: huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder j van het Besluit ruimtelijke ordening, waarvan de eerste oplevering plaatsvindt na vaststelling van deze verordening. De huurprijsgrens van een middeldure huurwoning is bepaald op de maximaal redelijk huur voor een zelfstandige woning met maximaal 186 punten.
- g.
Middensegment: woningen voor middeninkomens in de volgende segmenten:
- i.
Geliberaliseerde woning voor middenhuur: huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder j van het Besluit ruimtelijke ordening, waarvan de eerste oplevering plaatsvindt na vaststelling van deze verordening, met dien verstande dat de instandhouding in deze regeling ten minste 20 jaar na ingebruikname is verzekerd in plaats van 10 jaar zoals verwoord in het Besluit ruimtelijke ordening. De huurprijsgrens van een middeldure huurwoning is bepaald op de maximaal redelijk huur voor een zelfstandige woning met maximaal 186 punten (tot € 1.123 per maand (prijspeil 2023). De grens voor middenhuur wordt jaarlijks door de Rijksoverheid geïndexeerd.
- ii.
- iii.
Goedkope koop: koopwoning met een vrij-op-naamprijs tot € 255.000 (prijspeil 2023), waarbij de instandhouding voor ten minste 10 jaar na ingebruikname is verzekerd. Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor goedkope koop indexeren we aan de hand van de gemiddelde CAO loonstijging, tenzij een andere manier van indexatie wordt aangegeven vanuit het Rijk. Dan houden we de Rijksmethode aan. Dit is overeenkomstig de Regionale Woonagenda Holland Rijnland.
- iv.
Betaalbare koop: koopwoning met een vrij-op-naamprijs tot € 355.000 (prijspeil 2023), waarbij de instandhouding voor ten minste 10 jaar na ingebruikname is verzekerd. De grens voor betaalbare koop wordt jaarlijks door de Rijksoverheid bijgesteld. Dit is overeenkomstig de Regionale Woonagenda Holland Rijnland.
- i.
- h.
Ontwikkelaar: elke initiatiefnemer die een woningbouwproject initieert en of realiseert, niet zijnde een woningcorporatie. Ofwel voert de initiatiefnemer de grondexploitatie van het woningbouwproject ofwel is er sprake van herontwikkeling en functieverandering van een gebouw, bijvoorbeeld van kantoren naar woningen.
- i.
- j.
Sociale huurwoning: huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1., eerste lid, onder d van het Besluit ruimtelijke ordening, met dien verstande dat de instandhouding in deze regeling ten minste 30 jaar na ingebruikname is verzekerd (in plaats van 10 jaar zoals verwoord in het Besluit ruimtelijke ordening).
- k.
- l.
- m.
- n.
Hoofdstuk 1. Voorwaarden sociale woningbouw en middensegment
Artikel 5. Afkoop sociale huur en middensegment
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
In onderstaande tabellen staan de normbedragen voor het afkoopbedrag voor een niet gerealiseerde sociale huurwoning en woningen in het middensegment, uitgesplitst naar het gerealiseerde woningtype en gebruiksoppervlak (GO). Het afkoopbedrag wordt per woningbouwproject berekend. De wijze van berekening is opgenomen in artikel 9.
- g.
Hoofdstuk 2. Stimuleringssubsidie sociale huur- en koopwoningen
Artikel 7. Stimuleringssubsidie sociale huur- en koopwoningen
- a.
Binnen een woningbouwproject, waarbij het aandeel bestemd voor sociale huur en/of sociale koop, meer bedraagt dan respectievelijk 30% sociale huur en 35% sociale koop van het totaal aantal woningen, kan de ontwikkelaar een stimuleringssubsidie aanvragen voor elke extra sociale huurwoning en sociale koopwoning die boven de norm van 30% sociale huur en 35% sociale koop gerealiseerd wordt, met inachtneming van lid b. Indien een woningcorporatie optreedt als ontwikkelaar en woningen toevoegt op haar grondgebied dan komt zij ook in aanmerking voor deze regeling.
- b.
- c.
- d.
Deze bijdrage kan beschikbaar worden gesteld voor elke extra sociale huurwoning met een GO vanaf 50 m2 en/of sociale koopwoning met een GO vanaf 60 m2 boven de norm van respectievelijk 30% aandeel sociale huur en 35% aandeel sociale koop in het betreffende woningbouwproject. De stimuleringssubsidie wordt per woningbouwproject berekend. De wijze van berekening is opgenomen in artikel 9.
- e.
Artikel 8. Randvoorwaarden stimuleringssubsidie sociale huurwoningen en sociale koopwoningen
- a.
- b.
- c.
- d.
Indien er sprake is van overdracht van de woningen door de ontwikkelaar aan een woningcorporatie dient dit vastgelegd te zijn in een (koop- aanneem) overeenkomst van de ontwikkelaar met de woningcorporatie (notariële akte). Deze overeenkomst wordt door de ontwikkelaar aan de gemeente beschikbaar gesteld.
- e.
- f.
- g.
- h.
Artikel 9. Berekening stimuleringssubsidie sociale huur en sociale koop en afkoop sociale huur en middensegment
De berekening van de afkoop, dan wel de stimuleringssubsidie per woningbouwproject kent voor sociale huur en voor sociale koop dezelfde systematiek. Indien sprake is van een gemengd programma, is in de berekening rekening gehouden met het aandeel van elk woningtype in het woningbouwproject, waarvoor een afkoopbedrag dan wel een stimuleringssubsidie is vastgesteld, zie tabel 5.1, 5.2, 7.1 en 7.2.
Uitgaande van het verschil in realisatie ten opzichte van de norm wordt een (theoretische) afkoop berekend. Naarmate de realisatie dichter bij de norm komt, wordt de daadwerkelijke afkoop lager. Bij extra realisatie ten opzichte van de norm kan een stimuleringssubsidie worden verstrekt.
Schema’s voor berekening afkoop en/of stimuleringssubsidie voor sociale huur en voor middeldure huur/ sociale koop. Voor beide segmenten wordt de berekening apart uitgevoerd, maar wel volgens dezelfde systematiek.
Aantal sociale huur of middensegment gerealiseerd (kleiner of gelijk aan Y) |
|
Berekening aantal woningen dat in aanmerking komt voor bijdrage (boven verplichting 30% resp. 35%). |
|||
Saldo extra aantal woningen gerealiseerd ten opzichte van de verplichting. |
|||
Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle bouwprojecten op Zoeterwouds grondgebied, met uitzondering van de projecten, waarvan de randvoorwaarden per (datum raadsbesluit) reeds (in anterieure of grondexploitatieovereenkomsten) zijn vastgelegd.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 januari 2024
de raadsgriffier,
de voorzitter,
Rekenvoorbeelden afkoop en bijdrage vindt u in de toelichting
Een projectontwikkelaar realiseert een woningbouwproject van drie vrijstaande villa’s en 8 twee onder een kap woningen, zonder sociale huur en middensegment. Het kavel ligt ver van voorzieningen en leent zich minder goed voor woningen in het sociale segment. In dit voorbeeld is voor beide segmenten (sociaal en middensegment) sprake van afkoop. Het totale afkoopbedrag bedraagt € 427.273,- waarvan € 234.545,- afkoop voor sociale huur en € 192.727,- afkoop voor middensegment tot NHG.
Een eigenaar van en kantorenpand herontwikkelt het pand tot elf middeldure huurwoningen. Het niet realiseren van sociale huurwoningen koopt hij af voor € 30.600,-. Dit is een relatief laag bedrag, omdat de appartementen klein zijn, de grondprijs tussen sociale koop en middeldure huur daardoor niet groot is en de gemeente geen hoge afkoopsom op middeldure huur wil heffen. Hij realiseert meer dan het verplichte aantal woningen in het middensegment, mar de gemeente stimuleert alleen sociale koop. Hij ontvangt daarvoor dus geen bijdrage.
Een projectontwikkelaar zet een bestaand gebouw met een andere functie om in tien sociale koopappartementen. Omdat hij minder dan twaalf woningen bouwt mag hij sociale huur door sociale koop vervangen. Bovendien bouwt hij nog drie sociale koopwoningen boven de norm in het middensegment en ontvangt daarvoor een bijdrage van € 32.400,-.
De woningcorporatie herontwikkelt een binnenstedelijk kavel met 100% beneden-bovenwoningen sociale huur. Daarvoor dekt zij haar tekorten in de grondexploitatie met een bijdrage voor 6 sociale huurwoningen boven de norm van € 168.000,-.
Een projectontwikkelaar maakt een mix van woningen met een overmaat aan sociale huur en een tekort in het middensegment. Hij koopt dat af voor € 38.182,- en krijgt een bijdrage voor de drie extra sociale huurwoningen van € 60.000,-. Per saldo ontvangt hij € 21.818,-, hoewel hij één woning in het betaalbare segment (sociaal en middensegment) te weinig maakt.
Een ontwikkelaar maakt een urban villa van 11 luxe appartementen op een inbreidingslocatie. Voor het niet realiseren van het betaalbare segment betaalt hij een afkoop van € 194.700,-.