2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
Aanlegkosten:
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voorvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid gescheiden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
|
|
2.1.1.2
|
Bouwkosten:
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voorvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
|
|
2.1.1.3
|
Sloopkosten:
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voorvloeien uit aangegane verplichtingen voor het slopen van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag
|
|
2.2.1
|
vervallen
|
|
2.2.2
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag (bijvoorbeeld via de intaketafel of omgevingstafel) om een omgevingsvergunning of een schriftelijke uitwerking van een mondeling vooroverleg bedraagt per keer:
|
€ 283,20
|
2.2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning via de omgevingstafel: de som van het tarief van artikel 2.2.2 vermeerderd met de som van de benodigde adviezen, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in artikelen 2.3.15, 2.3.16, 2.3.17 en 2.4.1.4, zoals die ook gelden voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunningaanvraag.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
2.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk, hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.2
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief over de bouwkosten
|
1,80%
|
2.3.2.2
|
vervallen
|
|
2.3.2.3
|
en met een minimum van
|
€ 385,00
|
|
|
|
2.3.3
|
Achteraf ingediende aanvragen
|
|
2.3.3.1
|
Als een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.1 wordt ingediend na aanvang of gereedkoming van een met de aanvraag beoogd(e) activiteit en/of gebruik, wordt het tarief op de volgens deze tabel voor deze aanvraag gebruikelijke wijze berekend en verhoogd met een toeslag van 50% daarvan, met uitzondering van het bedrag bedoeld in artikel 2.3.2.2, en met uitzondering van het bedrag bedoeld in artikel 2.7.1 voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot revisie van een omgevingsvergunning.
|
|
2.3.3.2
|
De bij 2.3.3.1 bedoelde toeslag kent een maximum van:
|
€ 1.090,00
|
|
|
|
2.3.4
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 876,00
|
|
|
|
2.3.5
|
Planologisch strijdig gebruik (afwijking van het bestemmingsplan)
|
|
2.3.5.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 c.q. een projectuitvoeringsbesluit zoals bedoeld in de Crisis- en herstelwet, bedraagt het tarief:
|
€ 2.200,00
|
2.3.5.1.2
|
Indien de gemeente de “goede ruimtelijke onderbouwing” voor het besluit, zoals bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a sub 3 van de Wabo, geheel of gedeeltelijk moet leveren, wordt het bij 2.3.5.1.1 genoemde tarief verhoogd met:
|
€ 5.468,00
|
2.3.5.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub1 van de Wabo (binnenplanse afwijking), sub 2 van de Wabo (buitenplanse kruimelafwijking), onder b van de Wabo (exploitatieplan), onder c van de Wabo (afwijking provinciale/nationale regelgeving), onder d van de Wabo (afwijking van voorbereidingsbesluit), tweede lid van de Wabo (tijdelijke afwijking) bedraagt het tarief:
|
€ 876,00
|
|
|
|
2.3.6
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 972,00
|
|
|
|
2.3.7
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betreking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Zoeterwoude aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Zoeterwoude een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten het tarief:
|
€ 69,10
|
2.3.7.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo (Rijksmonument), bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten het tarief:
|
€ 138,30
|
2.3.7.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening - 2010 Zoeterwoude aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten het tarief:
|
€ 68,10
|
2.3.7.4
|
Indien voor de behandeling van een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2.3.7.2 een uitgebreide voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in artikel 3.10, lid 1, onder d, van de Wabo en/of afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten het tarief:
|
€ 276,60
|
|
|
|
2.3.8
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagd het tarief:
|
€ 710,00
|
|
|
|
2.3.9
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met een bepaling in een provinciale wegenverordening of een provinciaal wegenreglement of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 197,50
|
|
|
|
2.3.10
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met een bepaling in een provinciale wegenverordening of een provinciaal wegenreglement of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 155,50
|
|
|
|
2.3.11A
|
Kappen
|
|
2.3.11A.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met een bepaling in een provinciale bomenverordening of de Bomenverordening 2010, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.11A.2
|
voor 1 tot en met 5 bomen
|
€ 71,90
|
2.3.11A.3
|
voor 6 tot en met 10 bomen
|
€ 108,00
|
2.3.11A.4
|
voor 11 tot en met 25 bomen
|
€ 215,85
|
2.3.11A.5
|
voor 26 of meer bomen
|
€ 287,45
|
|
|
|
2.3.11B
|
Handelsreclame
|
|
2.3.11B.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i van de Wabo in samenhang met een bepaling van een provinciale reclameverordening of de Algemene plaatselijke verordening en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.2 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 155,30
|
2.3.11B.2
|
indien de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 155,30
|
2.3.11B.3
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€ 155,30
|
|
|
|
2.3.12
|
Opslag van roerende zaken
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met een bepaling in een provinciale wegenverordening of van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.12.1.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:
|
€ 197,30
|
2.3.12.1.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 197,30
|
|
|
|
2.3.13
|
Natuurbescherming
|
|
2.3.13.1
|
Natura 2000-activiteiten Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.162,00
|
2.3.13.2
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.162,00
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.14.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 877,00
|
2.3.14.1.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.14.1.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning:
|
€ 877,00
|
2.3.14.1.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
|
€ 43,05
|
|
|
|
2.3.15
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
2.3.15.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.15.1.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 1.051,00
|
2.3.15.1.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 1.051,00
|
|
|
|
2.3.16
|
Adviezen
|
|
2.3.16.1
|
Indien over de aanvraag om een omgevingsvergunning een instantie of een deskundige advies moet uitbrengen, gebaseerd op een wettelijke bepaling dan wel voortvloeiend uit gemeentelijk beleid, bedraagt het tarief de som van de verschuldigde leges voor de verschillende aspecten waarover advies moet worden uitgebracht, volgens de bedragen zoals genoemd in artikel 2.3.16.3.
|
|
2.3.16.2
|
Over in ieder geval de navolgende aspecten kan advies moeten worden uitgebracht, zoals bedoeld in artikel 2.3.15.1: a) archeologie; b) natuur en landschap, inclusief ecologie/flora en fauna; c) agrarisch aspect; d) milieuhygiëne - bedrijven en milieuzonering; e) milieuhygiëne - Besluit Milieueffectrapportage; f) milieuhygiëne - luchtkwaliteit; g) milieuhygiëne – geluid; h) milieuhygiëne - externe veiligheid; i) milieuhygiëne - bodem; j) duurzame stedenbouw; k) verkeer en/of parkeren; l) cultuurhistorie; m) bezonning; n) elk ander aspect waarover een instantie of een deskundige advies moet uitbrengen.
|
|
2.3.16.3.1
|
Het tarief voor elk afzonderlijk aspect waarover advies moet worden uitgebracht op basis van de artikelen 2.3.16.1 en 2.3.16.2 bedraagt per aspect
|
€ 328,00
|
2.3.16.3.2
|
Als uit het uitgebrachte advies blijkt dat vervolgadvies moet worden uitgebracht, bedraagt het tarief daarvoor:
|
€ 328,00
|
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo beraagt het tarief:
|
€ 221,75
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Welstand
|
|
2.4.1
|
Ingeval een welstandsadvies aan de orde is
|
|
2.4.1.1
|
bedraagt het legestarief daarvoor:
|
2 ‰ van de bouwkosten
|
2.4.1.2
|
met een minimum van
|
€ 50,00
|
2.4.1.3
|
en met een maximum van
|
€ 4.000,00
|
2.4.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in de subonderdelen 2.4.1.1 t/m 2.4.1.2 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in die subonderdelen bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
€ 50,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.1.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.2, 2.3.4, 2.3.7 en 2.3.8, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een deel van de leges teruggegeven. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen 1 maand na het in behandeling nemen ervan, doch voor het beschikken op de aanvraag, van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
50,00%
|
2.5.1.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken één maand of later, en binnen zes maanden, na het in behandeling nemen ervan, van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
25,00%
|
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van melding aanvang bouwactiviteiten en gereed melding bouwactiviteiten
|
|
2.5.2.1
|
vervallen
|
|
2.5.2.2
|
vervallen
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloop- activiteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloop- activiteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.2, 2.3.4, 2.3.7 en 2.3.8, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
25,00%
|
|
|
|
2.5.4
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.4.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.2, 2.3.4, 2.3.7 of 2.3.8 weigert, wordt een deel van de leges terugegeven. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
25,00%
|
2.5.4.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.4.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
|
2.5.5
|
Teruggaaf bij buitenbehandeling stelling van een aanvraag om een omgevingsvergunning
|
|
2.5.5.1
|
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning buiten behandeling wordt gesteld, wordt een deel van de berekende leges teruggeven. De terugaaf bedraagt van de berekende leges:
|
50,00%
|
|
|
|
2.5.6
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Behoudens het bedrag bedoeld in artikel 2.5.2 wordt een bedrag niet teruggeven indien het lager is dan:
|
€ 165,00
|
|
|
|
2.5.7
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
2.5.8
|
Vermindering
|
|
2.5.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in artikel 2.2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de voor de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 2.3.1. en verder, mits de definitieve aanvraag overeenkomt met de beoordeelde conceptaanvraag en binnen 26 weken na de schriftelijke beoordeling van de conceptaanvraag wordt ingediend.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Revisie omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot revisie van een omgevingsvergunning:
|
€ 286,55
|
2.7.2
|
In artikel 2.7.1 is sprake van een ‘revisie’ als al een omgevingsvergunning voor een project verleend is, en in het kader van de activiteit bouwen (artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wabo) een of meer wijziging(en) plaats vindt of vinden vóór het gereedmelden van de werkzaamheden, waarbij door de wijziging(en):
|
|
|
-
a.
geen verandering van de bebouwde oppervlakte ontstaat,
|
|
|
-
b.
geen verandering van het bouwvolume ontstaat en
|
|
|
-
c.
geen toename van het vloeroppervlak ontstaat.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
2.8.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 2.200,00
|
2.8.1.2
|
Indien de gemeente de toelichting geheel of gedeeltelijk moet leveren, waarvan een bestemmingsplan op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening vergezeld moet gaan, wordt het bij 2.8.1.1 genoemde tarief verhoogd met:
|
€ 5.468,00
|
2.8.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 2.200,00
|
2.8.2.2
|
Indien de gemeente de toelichting geheel of gedeeltelijk moet leveren, waarvan een wijziging van het bestemmingsplan op grond van de artikelen 1.1.1, derde lid, en 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening vergezeld moet gaan, wordt het bij 2.8.2.1.genoemde tarief verhoogd met:
|
€ 5.468,00
|
2.8.3
|
De artikelen 2.3.16.1, 2.3.16.2 en 2.3.16.3 zijn ook van toepassing als een instantie of een deskundige advies moet uitbrengen over een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan en een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan, zoals bedoeld in de artikelen 2.8.1 .1 en 2.8.2.1
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet of niet eerder benoemde beschikking
|
|
2.10.1
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek voor het verstrekken van een gedoogbeschikking voor bouw- en /of ruimtelijke ordenings- en/of brandveiligheidsaspecten bedraagt (de som van) één of meer van de hierna genoemde deeltarieven:
|
|
|
-
1.
als de aanvraag om een gedoogbeschikking (mede) betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief berekend op de manier waarop het tarief voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit berekend wordt, volgens de artikelen 2.3.2.1 en 2.3.2.2 van deze Tarieventabel. Het aldus berekende tarief wordt vermenigvuldigd met 1,5.
|
|
|
-
2.
als de aanvraag om een gedoogbeschikking (mede) betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het in artikel 2.3.5.2 van deze Tarieventabel vermelde tarief voor onder andere binnenplanse afwijkingen en buitenplanse kruimelafwijkingen. Het aldus berekende tarief wordt vermenigvuldigd met 1,5.
|
|
|
-
3.
als de aanvraag om een gedoogbeschikking (mede) betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d van de Wabo, wordt het tarief berekend op de manier waarop het tarief voor een omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk in relatie tot de brandveiligheid wordt berekend, volgens artikel 2.3.6.1 van deze Tarieventabel. Het aldus berekende tarief wordt vermenigvuldigd met 1,5.
|
|
|
-
4.
van de hierboven vermelde leges wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
2.10.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet genoemde beschikking:
|
€ 200,40
|
2.10.3
|
Met uitzondering van de leges zoals bedoeld in de subonderdelen 2.3.2.1 t/m 2.3.2.3 en 2.4.1.1 t/m 2.4.1.4, wordt geen leges geheven voor het in behandeling nemen van aanvragen of de verlening van diensten waarvan het verhaal van de kosten als bedoeld in afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitaties) anderszins is verzekerd (art 6.12.2a Wro).
|
|
2.10.4
|
Artikel 2.3.16 is van overeenkomstige toepassing op verzoeken en aanvragen volgens artikel 2.10.1 en 2.10.2.
|
|
|
|
|